Blankenburgverbinding: aanleg mag niet vertragen

[brief aan I&M] Directe aanleiding is de voorlopige uitspraak van de Raad van State over de vraag of het Programma Aanpak Stikstof (PAS) in lijn is met de Europese Habitatrichtlijn. Er zijn door de Raad van State vragen gesteld aan het Europese Hof van justitie in Luxemburg over de uitleg van het Europese recht. Dit is meestal een zeer langdurig proces. Het logistieke bedrijfsleven dringt er daarom op aan alles in het werk te stellen om de realisatie van de Blankenburgverbinding zonder verdere vertraging te laten verlopen.

Voor een meer optimale ontsluiting van het Rotterdamse haven- en industriecomplex is de Blankenburgverbinding een belangrijke schakel. Ook de, door het Ministerie recent gepresenteerde, Nationale Markt- en Capaciteitsanalyse (NMCA) toont aan dat de nationale economische groei zal leiden tot grote druk op de robuustheid van de infrastructuur rondom het Rotterdamse havencomplex. De congestie betekent economische schade voor de bedrijven in het havengebied plus de bedrijven die zorgen voor de aan- en afvoer van goederen. Ofwel, de internationale concurrentiepositie van Rotterdam komt daarmee onder druk te staan. Juist daarom is het van belang versneld te investeren in ontbrekende infrastructuur.

Ook vanuit het oogpunt veiligheid is snelle realisatie van de Blankenburgverbinding belangrijk. Het haven- en industriecomplex kent op dit moment eigenlijk maar één “vluchtroute”: de A-15. Het is cruciaal dat er bij een calamiteit rond de Mainport Rotterdam voldoende alternatieve routes beschikbaar zijn.

Een goede bereikbaarheid vormt een zeer belangrijke vestigingsfactor voor het havenbedrijfsleven. Deltalinqs heeft niet voor niets ‘realisatie van nieuwe infrastructuur’ opgenomen als een van de kerndossiers in de Strategische Agenda.