Masterclass ZZS - vergunningverlening en afval

Masterclass ZZS - vergunningverlening en afval

Op 13 juni heeft ons buitengewoon lid Royal HaskoningDHV een masterclass gegeven over ZZS. Specifiek thema: ZZS bij vergunningverlening en in afval. De volle zaal is meegenomen in een algemene introductie en stand van zaken over dit bewogen onderwerp.

Zeer zorgwekkende stoffen (ZZS) zijn geclassificeerd als de meest gevaarlijke stoffen voor de leefomgeving die kunnen vrijkomen in de industrie. Het inzichtelijk maken en het terugdringen daarvan heeft momenteel de volle aandacht van het bevoegd gezag en daarbij loopt de Rotterdamse regio voorop.

Na de chemie, de afvalverwerkers en de energiebedrijven zijn recent in de derde uitvraag de bedrijven uit de aardolieketen door de DCMR aangeschreven met het verzoek om informatie te overleggen over de aanwezigheid/het gebruik van potentiële ZZS binnen de inrichting en over de emissie van deze stoffen naar de lucht en/of lozing naar afvalwater als gevolg van activiteiten binnen de inrichting. Echter het beleid rond ZZS kenmerkt zich door een grote dynamiek en is omringd door onzekerheden en onduidelijkheden en dat heeft dan ook de volle aandacht van Deltalinqs.

Vergunningverlening
Naast de recente uitvragen van de DCMR kan ZZS bij de verschillende omgevingsvergunningaanvragen (veranderings- en revisie-aanvragen) aan de orde komen, maar ook een ambtshalve wijziging kan aanleiding zijn om een veranderingsvergunning aan te vragen voor toepassing of productie van ZZS. Daarbij moeten dezelfde stappen als bij een uitvraag van bevoegd gezag worden genomen. Aandachtspunt hierbij is dat de overzichten van (potentiële) ZZS regelmatig wijzigen en dat dus een ijkdatum moet worden opgenomen in de rapportage. Een vergunningverlener wil ook weten welke maatregelen de aanvrager al heeft genomen en/of deze (als basisvoorwaarde) BBT zijn. Mogelijk moet de aanvrager vanwege de minimalisatieverplichting zelfs BBT+ toepassen en in ieder geval beschouwen. Substitutie van een ZZS blijft natuurlijk de voorkeur hebben. Hoe een aanvrager met zogenaamde UVCB’s (stof van chemische of biologische oorsprong met een variabele compositie) moet omgaan, is nog onderwerp van discussie eveneens hoe om te gaan met potentiële ZZS. Potentiële ZZS zijn stoffen die mogelijk voldoen aan de ZZS-criteria maar nog niet als ZZS zijn geïdentificeerd.

ZZS in afval
‘ZZS in afval’ is vandaag de dag nog geen onderwerp voor een vergunningaanvraag voor veel producerende bedrijven. De vraag kan daarom worden gesteld in hoeverre ‘ZZS in afval’ relevant is voor de (petro)chemische industrie. Alle afval gaat immers naar een erkende verwerker, waar dit volgens het Landelijk Afvalbeheerplan (LAP3) wordt verwerkt – geheel volgens vergunning. In de afvalfase komen echter problemen naar boven die hun terugweg omhoog in de keten zullen vinden. De kern van de problematiek in de afvalsector ten aanzien van ZZS kenmerkt zich door twee aspecten: de onzekerheid in samenstelling en de onzekerheid in concentratie- en grenswaardebepaling. Te verwachten is dat ontdoeners – vrijwel elke actieve partij in de industrie – te maken krijgen met aangescherpte vragen over de samenstelling van het afval. Voor recyclers geldt dat het behalen van de einde-afvalstatus wel eens bemoeilijkt zou kunnen worden.

Aan de hand van enkele stellingen hebben de aanwezigen bij de masterclass nog nagepraat over de zin van het huidige ZZS-beleid. Aanwezigen onderstreepten het belang van het minimaliseren van ZZS maar vonden tevens dat er sprake is van een nationale kop bovenop de EU-wetgeving. Zij bevestigden dat de ontdoener van afval met ZZS wel degelijk zijn steentje zal moeten bijdragen in de problematiek van ZZS in afval.

Indien u de masterclass niet heeft kunnen bijwonen of anderszins vragen heeft naar aanleiding van deze masterclass kunt u contact opnemen met Sabine van Paassen (Vergunningen) of Steven Lemain (Afval)