Zomerlezing Energietransitie in de praktijk
Om een succesvolle transitie in de praktijk te brengen, zullen bedrijven en de samenleving de menselijke en sociale transitie mee moeten nemen in hun strategie. Tijdens de Zomerlezing ‘Energietransitie in de praktijk’ op 4 juni 2019 in het EIC Mainport Rotterdam ging het een keer niet over de techniek, maar juist over de niet-technische barrières en kansen van de energietransitie.
Drie sprekers gingen met de zaal in gesprek over aspecten als maatschappelijk draagvlak, wetgeving, financiering en de aanpak van grote transitieprojecten.
Het bleek vooral dat er nog veel geleerd kan worden van andere sectoren. Marjolein Dieperink (AKD) liet vanuit haar ervaring in wind op zee projecten zien wat deze transitie tot een succes heeft gemaakt: goede overheidsfinanciering, duidelijke risicoverdeling en natuurlijk een evenwichtige samenwerking. Dit zijn ook concepten die een belangrijke rol kunnen spelen in de industriële transitie.
Sanne Akerboom (Universiteit Utrecht) gebruikte windenergie juist als voorbeeld voor het sociaal-maatschappelijk draagvlak voor energietransitie. Dat draagvlak verdwijnt namelijk snel als mensen geen eigenaarschap over de transitie voelen en als er een perceptie van onbalans is in hoe de overheid burgers en bedrijven behandelt in de energietransitie. Een dergelijke onbalans kan ook tot wantrouwen leiden tussen de partijen.
Arnold Mulder (ABN AMRO) betoogde dat wantrouwen tussen overheid en bedrijfsleven juist logisch is en dat je om die reden systemen moet opzetten die daarmee omgaan. Hij haalde inspiratie bij de verkoop van huizen en het internationaal handelsverkeer met betrekking tot escrows (derdegeldenrekening). Escrows zijn derde partijen bij transacties die het geld pas vrijgeven als aan alle voorwaarden is voldaan. Denk bijvoorbeeld aan de notaris bij het kopen van een huis, die de koopsom pas vrijgeeft aan de verkoper als de overdracht officieel en correct is gedaan. Een soortgelijk model kan ook voor de energietransitie ingezet worden: tussen grote uitstoters en bedrijven worden kwantificeerbare doelen vastgelegd voor emissiereductie. Elk jaar gaat het geld dat het bedrijf aan uitstootheffingen moet betalen (ETS, mogelijk CO2-belasting) naar de escrow. Als één van de gestelde (tussen)doelen wordt behaald, gaat (een deel van) het geld bij de escrow naar het bedrijf, als het doel niet behaald wordt gaat dat geld naar de overheid. Op deze manier hebben bedrijven een incentive en vrijheid om te verduurzamen, terwijl het wantrouwen tussen overheid en bedrijfsleven weggenomen wordt door de derde partij.
Er was veel interesse uit de zaal naar dit concept, dit bleek ook wel uit het aantal vragen. Dit concept zal met een aantal deelnemers & organisatoren van de bijeenkomst verder besproken worden om te kijken wat de mogelijkheden zijn.