Decarbonisatie in vier scenario’s

Decarbonisatie in vier scenario’s

Het Wuppertalinstituut heeft vier mogelijke toekomsten voor het Rotterdams havenindustrieel cluster onderzocht, waarvan drie serieuze transitiepaden betreffen.

Daarbij is gebruikt gemaakt van Europese scenario’s, zoals van de Europese Commissie en de IEA . Hoe kan het havencluster op weg naar 2050 tot de noodzakelijke CO2-reductie komen? 

Geen business-as-usual
De eerste toekomstschets valt eigenlijk af als serieuze optie, geven Nico van Dooren en Caroline Kroes van Havenbedrijf Rotterdam aan. Want het business-as-usual scenario brengt slechts 30% CO2-reductie. Aan de basis staat dat bedrijven doorgaan met wat ze nu doen, maar daarbij wel steeds efficiënter worden. Oude kolencentrales worden gesloten en in de loop van de tijd worden nieuwe technologieën ingezet, zoals elektrolyse.

Transitiepaden met 75-98% CO2-reductie
Drie transitiepaden brengen het havenindustrieel cluster wél bij de doelstellingen van Parijs. Het eerste transitiepad heet Technological progress. Daarin stuurt Europa op 80% reductie; Rotterdam bewerkstelligt 75% reductie. Hiervoor is een aantal cruciale doorbraken nodig. De belangrijkste daarvan is CCS, zowel bij energieopwekking als bij raffinageprocessen. Ook is voor dit transitiepad een toename van duurzame energie en groene waterstof en elektrificatie van processen nodig. De uitdaging bij dit proces is de toepassing van CCS op grote schaal.

Het tweede transitiepad met de titel Biomass and CCS gaat ervan uit dat Europa naar de doelstelling 90-95% CO2-reductie gaat. Dat vraagt heel andere stappen. Het verschil met de eerste twee scenario’s is dat hier wordt uitgegaan van grootschalige toepassing van biomassa, zowel voor de productie van elektriciteit als voor de productie van brandstoffen. De grootste uitdaging is hier dat er  grote hoeveelheden duurzame biomassa beschikbaar moeten zijn. Daarnaast is ook wel sprake van CCS, maar niet op de schaal van transitiepad 1 Technological Progress.

Het derde transitiepad heet Closed Carbon Cycle. Ook hier is de aanname gedaan dat Europa gaat sturen op 90-95% CO2-reductie. Hier gaat men ervan uit dat er géén grootschalige CCS is én er geen grootschalig gebruik van duurzame biomassa mogelijk is. Welke opties heeft het havencluster dan om aan Parijs te voldoen? Transport moet dan volledig elektrisch gaan, op batterij of brandstofcel. Het chemisch cluster produceert in een gesloten cyclus. Grote uitdaging voor dit transitiepad is de beschikbaarheid van grote hoeveelheden duurzame energie, in een ordegrootte van tienmaal het huidige verbruik in het havenindustrieel cluster. Ook de beschikbaarheid van nieuwe technologieën voor de chemie als elektrolyse, pyrolyse en gasificatie is op grote schaal nog wel een uitdaging.

De transitiepaden vormen een routekaart, niet een blauwdruk. Wellicht komen we onderweg ook nieuwe wegen met hybride vormen voor duurzame ontwikkelingen tegen. Vier mogelijke richtingen zijn in kaart gebracht, waarmee bedrijven in het havenindustrieel cluster op pad kunnen gaan. Dat kan individueel, maar vooral ook door gezamenlijk de USP’s van het havenindustrieel cluster te benutten.

Lees hier het rapport Decarbonization Pathways for the Industrial Cluster of the Port of Rotterdam.