Risico’s vermijden is níet de manier om vaart te maken met de energietransitie
Advocatenkantoor Loyens & Loeff organiseerde op 20 maart een Women in Energy, Infrastructure and Industry breakfast event. Anne-Marie Spierings, programmadirecteur Economische Transitie bij Deltalinqs, was key note spreker. Zij benutte de kans om een breed publiek, bestaande uit vrouwen die werkzaam zijn in of voor de betreffende industrieën, mee te nemen in de uitdagingen waar de industrie voor staat bij het bereiken van de klimaatdoelen. “In korte tijd is er veel veranderd.”
Het Nederlandse klimaatakkoord stamt uit 2019. Sindsdien is er voor de industrie extra reductie-opgave bijgekomen, kwam corona, veroorzaakte de Russische inval in Oekraïne een gascrisis en kampen we met netcongestie. Anne-Marie Spierings: “Alleen in de context van deze gebeurtenissen kun je begrijpen waar we nu staan en waarom het zo complex is. Zo bevat het klimaatakkoord doelen voor 2030, maar starten bedrijven eerder met hun plannen, bijvoorbeeld omdat ze alleen tijdens groot onderhoud kunnen verduurzamen. Dat vindt maar eens in de paar jaar plaats. Door de gascrisis kwam er bovendien extra druk op te staan en waren vooral elektrische oplossingen in trek. Met deze grote versnelling hadden netbeheerders geen rekening gehouden.”
Veel onzekerheden
Bedrijven zijn vooral op zoek naar duidelijkheid over welke energiebron wanneer beschikbaar is en tegen welke kosten. Het ideale systeem voor hen is betrouwbaar, betaalbaar én biedt bij voorkeur opties om uit te kiezen. Maar hoe het er dan precies uit ziet is nog niet helemaal helder. “Neem bijvoorbeeld wind op zee tegenover kernenergie. De windoptie is goedkoop in energiekosten, maar duur in transport en bovendien is opslag nodig. Stel dat ergens over een jaar of tien er kleine modulaire kernreactoren zijn die gemakkelijk bij een bedrijf zijn te plaatsen. Dan zijn de energiekosten voor het bedrijf weliswaar hoog, maar betalen ze geen nettarieven meer. Er zijn nu nog veel te veel onzekerheden, zeker rondom kernenergie, om te weten hoe de toekomst er precies uit ziet.”
Omgaan met risico’s
In de tussentijd proberen bedrijven, netbeheerders en overheden de beschikbare energie-infrastructuur samen zo goed mogelijk te benutten en uit te breiden. Hoewel er mooie successen zijn, gaat het nog lang niet snel genoeg. “Elke stakeholder heeft een eigen blik op het vraagstuk die zeker ook wordt bepaald door gewoonten en interne spelregels”, zegt Spierings. Naast de eigen blik op het vraagstuk hebben alle stakeholders één ding gemeen: ze houden niet van risico’s. “En dat is bijzonder lastig in een transitie. Want een transitie zit vol onzekerheden en dus risico’s. Het vermijden van risico’s leidt tot vertraging of zelfs stilstand en dat is juist níet de manier om met de energietransitie om te gaan.”
Uitdagingen
Bovendien is er nog een ander aandachtspunt, namelijk oog hebben voor de belangen op de korte en de lange termijn. “Op de korte termijn is het de vraag of de industrie overleeft. Pas als mensen begrijpen waarom dat zo belangrijk is, kunnen er oplossingen komen waarbij overleven en verduurzamen hand in hand gaan. Ik geloof ontzettend in het bouwen van bruggen tussen dit soort tegenstellingen, ook al is het zeker in deze tijd niet gemakkelijk.” Wat is in dit spanningsveld de rol van die industrie? “Voor mij is dat heel eenvoudig,” zegt Spierings, “Klimaatverandering is een mondiaal vraagstuk. We moeten dus proberen onze spullen te produceren en te vervoeren met zo min mogelijk CO2-uitstoot, los van de vraag waar ter wereld de productie plaatsvindt. Dan doen onze bedrijven het vaak heel goed. In deze tijd telt minstens even zwaar dat we niet al te zeer van het buitenland afhankelijk moeten willen zijn. Rotterdamse bedrijven maken grondstoffen voor dagelijkse én levensreddende producten, zoals waterleidingen en medicijnen. Daar moeten we niet roekeloos mee omspringen.”