Duurzaam maken wat ons sterk maakt 14-07-2025 Op 16 juni vond het symposium ‘Weerbare en toekomstbestendige chemie’ plaats als deelsessie bij het jaarevent van InnovationQuarter. Geplaatst in een historische context is er gesproken over het wenkend perspectief van een toekomstbestendige chemie. De verbinding tussen de nu nog veelal fossiele fabrieken en toekomstige duurzame processen die circulair en biobased zijn, is daarbij een belangrijk en uitdagend element. Het programma was opgebouwd uit drie blokken. In het eerste blok gaven Refke Gunnewijk (Havenbedrijf Rotterdam) en Frans Stokman (CEFIC, forum voor de Europese chemische industrie) aan hoe de chemische industrie in de haven zich in de loop van de decennia heeft ontwikkeld en wat het belang van de (basis)chemie is voor Rotterdam. “Twee zaken uit hun verhalen zijn in het bijzonder noemenswaardig,” vertelt Anne-Marie Spierings, programmadirecteur Economische Transitie bij Deltalinqs. “Allereerst is het belangrijk om te beseffen dat overheden een belangrijke rol speelden in elke grote ontwikkeling in de Rotterdamse haven. Ten tweede realiseren we ons vaak niet dat de chemische industrie aan de basis staat van vrijwel alles in ons dagelijks leven, van verpakkingen en transport tot cosmetica, gezondheidszorg en hightech industrie. De chemische industrie heeft Nederland en Europa sterk en welvarend gemaakt. Het rapport van Draghi van afgelopen najaar benoemt niet voor niets dat het zo belangrijk is om te investeren in de Europese industrie.”Drie hoofdroutesIn het tweede blok ging Coby van der Linde (Centre for International Energy Policy, CIEP) in op het belang van de basischemie voor onze weerbaarheid. Coby benadrukte dat Nederland en Noordwest-Europa hele industrieën dreigen te verliezen als er geen basischemie meer is. “En een economie zonder basisindustrie is op lange termijn niet houdbaar,” zo betoogde zij. Bart Strengers (PBL) gaf vervolgens uitleg over het recent gepubliceerde rapport ‘De toekomst van duurzame koolstofchemie in Nederland’. Hij liet zien dat er drie hoofdroutes zijn: (plastic)afval, biomassa en elektrolyse (water + CO2). Veel van de bestaande chemische industrie is nodig voor één of meerdere van deze hoofdroutes. Voor alle drie geldt dat ze de komende jaren omgebouwd gaan worden. Daarnaast komen er nieuwe technieken beschikbaar, waarvoor opbouw nodig is.Daadkrachtig beleidEen belangrijke uitdaging is het weerbaarder maken van de chemie, te meer daar de makkelijke stappen in verduurzaming inmiddels zijn gezet. Gert Jan Kramer (RUU) legde uit dat de volgende stappen weliswaar zeer betaalbaar zijn, maar niettemin prijsverhogend zullen werken. Hij betoogde dat we deze stappen naar groene producten alleen kunnen zetten als de overheid een veel nadrukkelijkere rol gaat spelen.Zijn betoog was een ideale voorzet voor de inbreng van Anne-Marie, die inging op wat er voor het realiseren van een groene chemie nodig is richting de toekomst. “Ik zie onmacht bij overheid en politiek. Volgens mij komt dit onder meer doordat het debat over verduurzaming van de industrie is gepolariseerd. Voor daadkrachtig beleid is brede politieke consensus nodig. We hebben niets meer of minder nodig dan een ‘Big Hairy Audacious Goal’, een inspirerend doel dat de chemiesector richting geeft. Door met elkaar te investeren in een duurzame industrie in Nederland en Europa investeren we in onze gedroomde toekomst – brede welvaart – en bieden we inspiratie aan anderen. Mijn collega Simone van Tongeren vatte het samen als ‘Duurzaam maken wat ons sterk maakt’. Korter en helderder kan ik de uitdaging waar we voor staan niet verwoorden.”