Masterclass Juridische aspecten energietransitie in de Rotterdamse Haven

Masterclass Juridische aspecten energietransitie in de Rotterdamse Haven

Op 9 mei hebben Joris van de Bunt (kandidaat-notaris) en Roland de Vlam (advocaat) van buitengewoon lid Loyens & Loeff een masterclass gegeven bij Deltalinqs over de juridische aspecten van de energietransitie in de Rotterdamse Haven.

Zij zijn daarbij ingegaan op goederenrechtelijke en regulatoire aspecten die relevant zijn voor bedrijven gevestigd in het Havengebied.

Onder meer kwamen zij te spreken over de erfpachtsituatie op grond waarvan de samenwerking gezocht dient te worden met het Havenbedrijf. Het regulerend kader bestaat uit de vestigingsakte of de huurovereenkomst en de toepasselijke Algemene Bepalingen. Duurzaamheidsproject in eigen beheer uitvoeren lijkt daarbij juridisch eenvoudiger te bewerkstelligen dan een project aan een externe exploitant uit te besteden. Aandachtspunten zijn echter de terugverdientijd van de investeringen en de wijze van financiering: past deze in de bestaande structuur? Bij het werken met een externe exploitant (ten aanzien waarvan populaire modellen in omloop zijn) blijkt dat de erfpachtsituatie in het havengebied knelt met de financierbaarheid. Er zijn echter wel manieren om daarmee om te gaan en zo is er ook een modelakte in de maak voor ondererfpacht van zonnestroomsystemen op daken van gebouwen. Echter blijft het belangrijk om in een vroeg stadium de vraag te stellen of de financierbaarheid op de betreffende locatie kan worden geborgd.

Voorts zijn zij ingegaan op de systematiek van de SDE+ subsidie waarbij is uitgelegd dat het een subsidie is op de exploitatie die de hogere kostprijs corrigeert. Er zijn incentives ingebouwd die concurrentie stimuleren tussen technieken en binnen technieken. Aan de orde zijn gekomen de aansluiting op het net, de alternatieven daarvoor en in hoeverre je te maken krijgt met de Elektriciteitswet 1998. De besproken alternatieven, de directe lijn en het leveren aan een gesloten distributiesysteem zijn de moeite van het onderzoeken waard, maar de bruikbaarheid wordt erg bepaald door de omstandigheden. Verder zijn de zogenaamde 'MLOEA'-regels besproken: meerdere leveranciers op een aansluiting door middel van een virtueel extra aansluitpunt. Tot slot zijn er drie vormen van elektriciteitsverbruik besproken, te weten het verbruik van de elektriciteit op de locatie waar deze wordt opgewekt, de verkoop en levering aan een leveringsbedrijf op het net (PPA) en de verkoop en levering aan een (of meerdere) verbruikers rechtstreeks (corporate PPA). De voordelen van een corporate PPA kunnen gelegen zijn in de zekerheid van een vaste prijs voor langere tijd waar zowel leverancier als verbruiker baat bij kunnen hebben. Echter is de corporate PPA wel meer complex. Vanwege het feit dat verbruik en opwekking elkaar niet altijd matchen dienen daar oplossingen voor gevonden te worden. Die zijn er in de vorm van een zogenaamde 'sleeved' of 'virtual' corporate PPA.

Voor meer informatie: Joris van de Bunt en Roland de Vlam.

Deltalinqs organiseert met haar buitengewone leden twaalf masterclasses per jaar, deze zijn opgenomen in de agenda.