Optimistische geluiden tijdens eindejaarsbijeenkomst Deltalinqs Climate Program

Optimistische geluiden tijdens eindejaarsbijeenkomst Deltalinqs Climate Program

“We kijken terug op een uitdagend en enerverend jaar, waarin we hebben gestreden voor de toekomst van de industrie”, aldus Deltalinqs-bestuurslid Hans van der Kaaij. “Er zijn meerdere successen behaald, maar we zijn nog niet klaar.” De director I&D Sustainability and PO Ventures bij LYB sprak deze woorden uit in zijn welkomstwoord tijdens de eindejaarbijeenkomst van het Deltalinqs Climate Program, die plaatsvond op de locatie van LyondellBasel in het Botlekgebied.

Deltalinqs-voorzitter Victor van der Chijs ondersteunde de woorden van Van der Kaaij: “In politiek Den Haag is eindelijk doorgedrongen dat er iets moet gebeuren. Zo schafte het vorige kabinet de plastictaks af en kwam er € 50 miljoen beschikbaar voor natuurherstel in een aantal duingebieden rond Rotterdam om de vergunningverlening voor de haven weer op gang te brengen. Ook de tussenrapportage van de formerende partijen D66 en CDA is een goed vertrekpunt voor een sterke, innovatieve en duurzame haven. Ik noem de aandacht voor de aanpak van netcongestie en herstel van een gelijk speelveld met buurlanden voor de industrie. Maar we zijn er nog niet.“

Terugblik op 2025
Ondanks de vele zorgen over de voortgang van de verduurzaming van het Rotterdamse havengebied vielen er tijdens de bijeenkomst ook positieve geluiden te horen. Zo blikten projectleiders Simone van Tongeren (Klimaat) en Eline van Krimpen (Circulaire economie) terug op de bereikte resultaten in 2025. Aan bod kwamen onder meer het bidbook Rotterdam en de Grondstoffen Innovatie Studie. Verder lieten zij weten dat binnenkort de rapportage over duurzaam aanbesteden door de industrie wordt verwacht. Ook het thema marktvraagcreatie kwam aan bod. Hiervoor wordt in 2026 een project gestart. Tot slot stonden zij stil bij de grote hoeveelheid georganiseerde bijeenkomsten, waarbij het Nationale Energiebesparing & Efficiëntie Event er met kop en schouders bovenuit stak.

Paneldiscussie netcongestie 
Ambassadeurs Timo Idema (Stedin) en Jan Overdevest (Waalhaven Group) gingen onder leiding van Eline van Krimpen in gesprek over de impact van netcongestie, nu en straks. “De netcongestie zorgt bij Stedin voor een snelle transformatie naar een digitaal, data gedreven bedrijf”, aldus Timo. “Het heeft er bovendien voor gezorgd dat we veel meer extern georiënteerd zijn geworden.” In dit verband pleitte hij ervoor om toe te werken naar een toekomstbestendig energiesysteem. Dat lukt volgens hem alleen als het kabinet de risico’s wegneemt. “Als er niet voldoende vraag is, is het risico te groot en is er geen bedrijf dat gaat investeren in nieuwe energiedragers.” Hij liet weten dat met ‘contracts for difference’ het animo hiervoor mogelijk toeneemt. Dit is een contractvorm waarbij de overheid een minimum prijs garandeert en voor de verkoper een maximum prijs geldt. Eventuele extra inkomsten vloeien terug naar de overheid.

Jan Overdevest gaf op zijn beurt aan dat Waalhaven Group op enkele locaties al last heeft van de netcongestie. “Op locatie Botlek is helemaal geen ruimte om het materieel te elektrificeren.” De vraag daarbij is of het bedrijf zelf ruimte kan creëren of moet wachten tot het stroomnet is uitgebreid. Maar er zijn ook lichtpuntjes. “Op de Maasvlakte is nog wel voldoende ruimte om te doen wat we willen. En in de Waalhaven kan een eerste stap naar elektrificatie worden gezet, alleen wordt een vervolgstap moeilijker.” Op de vraag van Eline hoe het zit met de flexibiliteit bij Waalhaven Group liet hij weten dat dit aspect zeker aandacht verdient. “Daar moeten we wel naar toe en de techniek moet dit mogelijk maken.” Aan netcongestie zit volgens Overdevest overigens ook een positieve kant: “Je wordt heel creatief in hoe je flexibel je kunt zijn. In feite is het een IT-oplossing, bijvoorbeeld door meer bedrijven gebruik te laten maken van dezelfde aansluiting of van andere energiedragers."

Jaarplan 2026
Tijdens de bijeenkomst werd ook het Jaarplan 2026 van het Delta Climate Program gepresenteerd. Onder het motto ‘Van tegenstelling naar transitie’ geeft het plan een overzicht van alle projecten in 2026. Simone en Eline gingen kort in op de kansen die bijvoorbeeld strategische autonomie biedt op verduurzaming. Zo kunnen CO2-reductie en lokale zelfredzaamheid elkaar juist versterken.

Gezamenlijke lobby maakt sterk
Wethouder Robert Simons (Rotterdam) blikte kort terug op de lobby van Deltalinqs, Havenbedrijf Rotterdam, gemeente Rotterdam en provincie Zuid-Holland in 2025. “Samen optrekken is nodig, je maakt elkaar sterker.” Hij gaf aan dat de gemeente Rotterdam zich nu sterk maakt om ook gezamenlijk op te trekken in Europa om daar dingen voor elkaar te krijgen. Verder riep hij op om, naast elektrificatie, te kijken naar andere manieren van verduurzaming om het stroomnet te ontlasten. Gedeputeerde Arne Weverling (Zuid-Holland) onderstreepte eveneens het belang van samenwerking. “We moeten gezamenlijk optrekken om het investeringsklimaat te verbeteren. Dat is belangrijk voor onze economie, onze strategische autonomie en voor de werkgelegenheid.”

Leveringszekerheid
Tot slot maakt Simone van Tongeren samen met  Bram Smeets (Eneco) en Corné Boot (bp) een deep dive in het thema leveringszekerheid. Op dit thema is Deltalinqs actief in gesprek met het bedrijfsleven, ministerie en energieproducenten. Corné lichtte toe wat de impact van de laatste grote stroomstoring in de Europoort op hun raffinaderij was: “Daarna duurt het vele weken voor dat je weer volledig opgestart bent. De kosten ervan lopen daardoor flink op.” Volgens Bram is een capaciteitsmechanisme met het EU ETS-systeem de sleutel om leveringszekerheid te garanderen en tevens te transformeren naar volledig CO₂-vrije flexibiliteit. “We moeten vooruit kijken en toe naar een systeem dat beschikbaarheid beloont. Onze buurlanden hebben zo’n mechanisme al ingevoerd.” Hij riep in dit kader het nieuwe kabinet op tot het invoeren van een ‘Buurlandentoets’. “Als je regelgeving wilt doorvoeren, kijk dan eerst even naar hoe onze buurlanden dit doen. Met afwijkend beleid zet je bedrijven op achterstand.”