Varende dienstverleners boeken voortgang met emissieloos varen
Dagelijks varen in de Rotterdamse haven tientallen vaartuigen van dienstverlenende bedrijven, variërend van patrouillevaartuigen en watertaxi’s tot sleepboten. Gezamenlijk hebben zij afgesproken toe te werken naar zo emissieloos mogelijk varen. Dit gebeurt met vallen en opstaan, maar de eerste successen smaken naar meer, zo bleek onlangs tijdens een DCP-bijeenkomst in het kader van het Programma Vloot Vernieuwing en Verduurzaming. Meerdere bedrijven zijn inmiddels aan de slag gegaan met het verminderen van de uitstoot van hun vloot.
De reguliere gebruikers van de Rotterdamse haven trekken samen op bij het verduurzamen van hun vloten. “Dit gebeurt in het kader van de ruim vier jaar geleden opgerichte tafel Varende Dienstverleners”, vertelt Simone van Tongeren, DCP-projectleider Klimaat. “Minimaal tweemaal per jaar komen we bij elkaar. Tijdens de recente bijeenkomst is een update gegeven over hoe bedrijven al met de verduurzaming van hun vloot bezig zijn en waar zij daarbij tegenaan lopen. Ook is ingegaan op de aanpak van Havenbedrijf Rotterdam.“ “Duurzaamheid staat hoog in ons vaandel”, vertelt Bob Madlener, Programmamanager Vlootvernieuwing Port of Rotterdam. “Onze vloot, bestaande uit zestien schepen, komt de komende tien jaar aan het eind van haar levensduur. Deze gelegenheid grijpen we aan om de overstap te maken naar zo emissieloos mogelijk varen.”
Innovatieve ontwerpen
Interessant nieuwtje is dat de watertaxi, net lid geworden van Deltalinqs, vanuit Europa een JTF Kansen voor West subsidie heeft ontvangen om een op basis van een zeer innovatief ontwerp twee energiezuinige schepen te bouwen. “Het gaat om verschillende types”, aldus Madlener. “Het ene is een Air Supported Vessel, een bepaalde technologie waarbij lucht onder de romp wordt gepompt. Het andere betreft een Foil Assisted Catamaran waarbij er twee vleugels tussen de drijvers zitten . Belangrijke innovaties, want snelheid en emissievrij varen gaan niet goed samen. Beide ontwerpen maken dit wel mogelijk, omdat zij het contact met het water verminderen met als gevolg minder rompweerstand. Momenteel worden voor beide vaartuigen de prototypes gemaakt en daarvoor dient de subsidie. De watertaxi hoopt het eerste vaartuig eind volgend jaar in gebruik te nemen.”
Van Tongeren vindt dit een schitterende ontwikkeling. “Hierdoor vermindert de emissie met tientallen procenten.” Tegelijkertijd wijst zij erop dat iedere deelnemer aan de tafel voor andere uitdagingen staat. “De ene heeft in meer of mindere mate rekening te houden met de golfslag, de andere heeft schepen die zowel langzaam als snel moeten kunnen varen. Neem de roeiers, verenigd in de KRVE, die de scheepskabels aan wal brengen om af te meren. Het wordt nog een hele uitdaging om deze relatief kleine, supersterk geconstrueerde vaartuigen aan te passen zodat ze emissieloos kunnen opereren. Aan de creativiteit van de roeiers zal het niet liggen, waardoor toch al de nodige klimaatwinst is behaald.” Madlener wijst erop dat misschien op enig moment moet worden geconcludeerd dat voor nu de technologie er nog niet is om alle typen vaartuigen emissieloos te maken. “Zo heeft ieder schip een andere uitdaging, waardoor de vereisten te veel uiteenlopen om te kiezen voor een standaard ontwerpoplossing.”
Leren van experimenteren
Voor de schepen van de roeiers wordt nu gezocht naar andere oplossingen. Zo is er gestart met een test met biodiesel (HVO100). Soms loopt zo’n spoor dood. In dit verband noemt Van Tongeren het jammer dat onlangs de waterstofgedreven taxi uit de vaart is genomen. “Er speelden te veel complicaties, waardoor de kosten te hoog opliepen, ook omdat het ontbrak aan een bunkerplek in de buurt van de aanlegsteigers. Soms werken innovaties niet, maar dat neemt niet weg dat van dit experiment het nodige is geleerd. Die ervaring is nuttig voor nieuwe initiatieven op dit gebied.”
Tijdens de bijeenkomst is ook ingegaan op de mogelijkheden van walstroom. “De gemeente en het havenbedrijf hebben hiervoor een strategie tot 2035 opgesteld”, meldt Van Tongeren. “Hieruit blijkt dat op dit gebied nog veel winst valt te boeken, ook omdat schepen hier steeds geschikter voor worden.” Madlener vult aan dat walstroom door het inzetten van batterijen ook kan helpen om de netcongestieproblemen te verminderen. “Bijvoorbeeld door in de nachtelijke uren, wanneer er minder wordt verbruikt, de elektriciteit tegen een betere prijs af te nemen om deze vervolgens overdag te benutten. Zo spelen er tal van vraagstukken die we vanuit verschillende invalshoeken proberen op te lossen.”
Zand- en grindbedrijf
Inspirerend was de inbreng van vertegenwoordigers van de ROS Groep, een toonaangevende speler in de Zuid-Hollandse bouwsector. Zij lieten weten dat het zandbedrijf binnenkort, met uitzondering van de winning van zand, alles elektrisch doet. Bijkomend voordeel is dat elektrisch varen en rijden veel minder slijt dan bijvoorbeeld diesel. De ROS Groep is vroeg ingestapt in batterijcontainers en hebben een aansluiting van twee keer 1 MW. Van Tongeren: “Het bedrijf heeft als een van de eersten de batterijcontainers van EST Floattech afgenomen. Ze leveren voor bouwplaatsen - naast zand - nu ook opgeladen batterijen, zodat de bouw van bijvoorbeeld wegen zonder emissie kan plaatsvinden.”
Alle lagen meenemen
Knelpunt over vrijwel de gehele linie is dat de kosten om de overgang naar verduurzaming veelal een fikse investering vergen. “Dat bemoeilijk om hierin stappen te zetten”, aldus Van Tongeren. Met het oog hierop spoort zij de deelnemers aan om goed zicht te houden op de mogelijkheden van subsidies zowel landelijk als in Europees verband. “Plus elkaar zowel tijdens de bijeenkomsten als via andere contacten te blijven informeren, want er valt veel van elkaar te leren. Mijn persoonlijke uitdaging in dit verband is het aanspreken van de verschillende lagen binnen organisaties.” Als voorbeeld wijst ze op de aanpak van het havenbedrijf om intern draagvlak te creëren, niet in de laatste plaats bij de mensen die de nieuwe schepen straks gaan gebruiken. “Daar gaat innovatie vaak scheef. Gevolg kan zijn dat een mooie technologische oplossing sneuvelt doordat te weinig rekening is gehouden met de operationele kant van een bedrijf. Daarbij hoort communicatie op maat, workshops, opleidingen en trainingen van de direct betrokkenen. Dit wordt gewaardeerd en leidt tot een positieve beleving van de verandering die eraan zit te komen.” Madlener onderschrijft haar woorden. “Het serieus laten meedenken door een vertegenwoordiging van de bemanning is cruciaal. Het winnen van vertrouwen komt immers te voet en gaat per paard. We hebben daarom intensief contact met hen bij iedere stap in dit proces.”