Grondstoffentransitie vereist extra energie om op gang te komen
Na drie jaar ambassadeurschap van de grondstoffenpijler van het Deltalinqs Climate Program zwaait Arend Jan Zeeuw binnenkort af. “Alle betrokkenen dienen iedere kans aan te grijpen om de vaart erin te houden”, liet hij bij het oppakken van deze rol weten. Anno 2025 staat hij nog vierkant achter zijn woorden. “Met name het hogere prijskaartje werkt momenteel remmend. Anders dan bij de energietransitie gaat de omschakeling naar een circulaire economie veelal niet gepaard met kostenbesparingen.”
Als ambassadeur heeft Arend Jan, werkzaam bij chemieconcern Huntsman, zijn ervaring op duurzaamheidsgebied ingezet voor de vierde pijler van het Deltalinqs Climate Program: Duurzame Grondstoffen. Centraal hierin staat de uitfasering van ruwe olie en aardgas. Hij kijkt met een goed gevoel terug op de rol die hij als ambassadeur heeft kunnen spelen. “Zonder het woord ‘grote’ hiervoor te gebruiken, zijn er stappen gezet. Mede dankzij de inspanningen van Deltalinqs is er bijvoorbeeld veel meer aandacht gekomen voor beginnende markten voor duurzame grondstoffen. Dit is belangrijk, niet in de laatste plaats omdat het meer en meer om een commercieel vraagstuk bij grote industriële partijen gaat.” Eline van Krimpen, projectleider Circulair bij Deltalinqs onderschrijft zijn woorden: “De circulaire economie richtte zich drie, vier jaar geleden nog vooral op zeg maar de koffiebekers. De werkelijke omvang van de transitie staat bij alle betrokkenen nu veel duidelijker op het netvlies.”
De ambassadeur was de afgelopen drie jaar een belangrijke steun in de rug voor Eline. “We hadden drie, vier keer per jaar contact en het zijn voor mij altijd goede gesprekken over interessante vraagstukken geweest. Uitermate nuttig en inzichtelijk, want in mijn job en over de grondstoffentransitie blijft het inhoudelijk soms lang aan de oppervlakte en met Arend Jan kon ik de diepte ingaan.”
Marktvraag stagneert
Huntsman, de werkgever van Arend Jan, is één van de concerns in het havengebied waar het zaadje inmiddels geplant is. “Zo hebben we onze inkoopstromen in kaart gebracht en zijn we erin geslaagd om onze inspanningen op dit gebied te certificeren. Voor het rondkrijgen van de cirkel kijken we ook naar onze afvalstromen.” Op de vraag van Eline of de omschakeling niet eerder plaats had kunnen vinden, antwoordt Arend Jan bevestigen. “Dat dit niet is gebeurd, komt vooral doordat we er te weinig bij hebben stilgestaan.” Overigens moet de werkelijke omslag nog plaatsvinden. “Weliswaar hebben wij onze systemen ingericht om circulair te opereren, maar het wachten is nog op klanten die bereid zijn om ervoor te betalen. Het leveren van biobased producten is vooralsnog namelijk duurder. Wij kunnen onze prijzen ook niet verlagen en dit betekent dat de bal nu bij onze afnemers ligt.”
Bijspringen
Arend Jan vermoedt dat hetzelfde bij veel andere concerns speelt. “Investeren in energiemaatregelen kan dingen goedkoper maken, terwijl circulaire maatregelen over het algemeen duurder uitpakken. Daardoor dreigt er een patstelling in de transitie te ontstaan. Om dit te voorkomen, dient de overheid bij te springen om de markt op gang te brengen.”
Eline geeft aan dat Deltalinqs daar een rol in kan spelen via de lijnen die er bestaan met Den Haag en Brussel. “Prioriteit heeft het inbedden van de circulaire economie in wet- en regelgeving, met name op Europees niveau. Een voorbeeld is de Call for Demand Creation, een breed ondersteunde oproep aan de Europese Commissie om het creëren van vraag naar circulaire producten hoog op de agenda te zetten.” Actueel zijn de Clean Industrial Deal, de Circular Economy Act en de Industrial Decarbonisation Accelerator Act die eraan zitten te komen. Tegelijkertijd wijst Eline erop dat, zodra de maatregelen op dit gebied van kracht zijn, deze eerst nog moeten worden ingebed. “Het zal dus zeker nog enkele jaren duren voordat de bestellingen bij bedrijven binnenkomen. Mede daarom is Deltalinqs recent het marktvraagcreatie-project gestart. De bedoeling is om op relatief korte termijn bij (semi)overheden marktvraag te creëren, met name op het gebied van duurzame materialen.”
Enthousiasme neemt toe
Hoopvol is dat Arend Jan merkt dat steeds meer mensen zich met dit onderwerp bezig houden. “Net als eerder de energietransitie begint circulariteit steeds meer te leven. Door onderling meer en meer het gesprek aan te gaan, zal het enthousiasme om werk te maken van de grondstoffentransitie toenemen. Daardoor wordt het helderder waar we vooral wel en niet aan moeten werken”. Eline ziet dezelfde trend. “De meeste mensen zijn inmiddels overtuigd van de noodzaak van de grondstoffentransitie, maar worstelen met de ‘hoe’-vraag. De snelheid lijkt momenteel te stokken, maar dat komt vooral doordat er aarzeling is over de te maken keuzes. Op zich zie ik dat als een vooruitgang.”
Kijk breed
Tot slot laat Arend Jan waarschuwend weten dat Rotterdam zich niet moet blindstaren op wat er in de haven gebeurt. “Kijk breed naar wat er op circulair gebied nodig is in Europa en speel daar op in. Leg bovendien de focus op wat er over pakweg dertig jaar mogelijk is en bepaal vervolgens hoe Rotterdam het beste in dat plaatje past. Stippel dan de route uit om nog steeds te opereren als ‘Gateway to Europe’, maar dan tevens op het gebied van duurzaamheid.”
Binnenkort neemt een nieuwe ambassadeur het stokje van Arend Jan over. Wat wil hij zijn opvolger meegeven? “Geniet ervan en ga de gesprekken gewoon aan. Probeer dit niet vanuit het standpunt van het eigen bedrijf te doen, maar breder, dus vanuit de Deltalinqs-gemeenschap.” En richting Eline: “Ga nog meer sparren. De ambassadeurs zijn er immers om je te ondersteunen. Maak daar gebruik van.”