Gedeputeerde Arne Weverling: “Slagen verduurzamingsopgave bepalend voor toekomst haven”

Gedeputeerde Arne Weverling: “Slagen verduurzamingsopgave bepalend voor toekomst haven”

Een krachtige havenindustrie die verduurzaamt, vormt een topspeerpunt voor gedeputeerde Arne Weverling van de provincie Zuid-Holland. Logisch vindt hij. “Ga maar na. Rond de 22% van ons nationale BBP wordt in Zuid-Holland verdiend. De Rotterdamse haven heeft hier een groot aandeel in. Daar komt bij dat de haven op veel vlakken de Gateway to Europe is. Het is van nationaal belang om te blijven investeren in de haven en industrie, zodat we onze sterke internationale positie als wereldhaven niet verliezen.”

Pas in zijn rol als gedeputeerde ontdekte Weverling wat een in elkaar geweven economisch cluster het havengebeuren is. “De verschillende onderdelen zijn zeer afhankelijk van elkaar. Dat is natuurlijk ook de kracht, want het kan niet zomaar elders worden gekopieerd. Dit is decennialang stap voor stap opgebouwd en dat moeten we koesteren.” Om die reden probeert de provincie op veel vlakken een goede partner van de haven te zijn, onder meer door nieuwe ontwikkelingen te stimuleren. “Zo proberen we waar mogelijk de vergunningverlening te versnellen. Ook investeren we in het Botlek-stoomnetwerk om het gasverbruik en de CO2-uitstoot te verminderen, subsidiëren we onder meer walstroomfaciliteiten om de emissies van schepen tegen te gaan en werken we met Deltalinqs samen in het kader van de Energie Innovatie Studie.”

Horten en stoten
Weverling ervaart het Deltalinqs Climate Program als een welkome steun in de rug bij de ambities van de provincie om de industrie te verduurzamen. “Ik ben enthousiast over het klimaatprogramma. Daar komt bij dat het voor ons prettig is om een aanspreekpunt te hebben dat van de hoed en de rand weet en een heleboel bedrijven vertegenwoordigt.” De praktijk leert inmiddels dat de verduurzaming van de haven - zij het met horten en stoten - vooruit gaat. Begrijpelijk vindt de gedeputeerde. “We wilden heel snel stappen zetten en nu blijkt dat dit niet realistisch is. Dat is helemaal niet erg, mits je met elkaar het doel voor ogen houdt om in 2050 een vrijwel volledig duurzame haven te zijn. Vergeet niet dat een transitie sowieso iets is van de lange adem. Daarbij zijn er niet alleen koplopers, maar ook achterblijvers die moeite hebben om het tempo bij te benen.”

Competitief
Weverling is ervan overtuigd dat het merendeel van de bedrijven in de Rotterdamse haven wel wil verduurzamen. Om hen over de streep te halen, hamert hij op het feit dat bedrijven behoefte hebben aan zekerheid over wat rendabel is op duurzaamheidsgebied. “Dit geldt zeker voor internationaal opererende spelers en juist die zijn sterk vertegenwoordigd in de haven. Momenteel zijn zij, door de hoge elektra- en netkosten, nu vaak goedkoper uit in andere landen. Het is dus van belang om de juiste stappen richting toekomst te zetten. Door nu in verduurzaming te investeren, komt Rotterdam op voorsprong ten opzichte van havens die op dit gebied minder aan de weg timmeren.” Hierin speelt de overheid als het aan hem ligt een stimulerende rol. “We moeten als land zorgen voor een gelijk speelveld met onze buurlanden. En er moeten oplossingen komen voor urgente problemen als netcongestie en het stikstofvraagstuk. Alleen dán behouden we onze prominente positie als wereldhaven. Mijn rol daarbij is om met de poten in de klei te staan en in gesprek te blijven met bedrijven. Zo haal ik op wat er in de praktijk speelt en kan ik waar nodig knelpunten adresseren aan het Rijk en de EU.”

De grootste wereldhaven zijn is geen doel op zich, maar het is wel ontzettend belangrijk om met onze haven competitief te blijven. “We moeten bedrijven zekerheid bieden zodat zij weten dat hun investeringen in de Rotterdamse haven rendabel zijn. In dit kader is het goed dat de CO2-heffing voor de industrie is opgeschort tot 2030. Niet voor niets was dit één van de punten in de brandbrief die ik samen met wethouder Robert Simons van de gemeente Rotterdam aan het kabinet heb gestuurd. “Hierin benadrukken we bovendien dat de structurele uitdagingen onverminderd groot blijven, niet in de laatste plaats door het uitblijven van een doorbraak op het gebied van stikstofruimte.”

Groen Energiek Rotterdams Schiereiland (GERS)
De verduurzaming van de haven brengt wel een ander probleem met zich mee: ruimtegebrek. Een duurzaam energiesysteem vraagt meer ruimte, onder meer voor elektrolysers en converterstations voor wind op zee, en voor het aantrekken van nieuwe bedrijvigheid op het gebied van biobrandstoffen en waterstof. “Om die reden doet de provincie onderzoek naar uitbreidingsmogelijkheden, onder meer voor het mogelijk maken van de aanlanding van de op zee opgewekte windstroom. In het verlengde hiervan zijn we bezig met de discussie over het zeewaarts uitbreiden van de Tweede Maasvlakte door middel van een Groen Energiek Rotterdams Schiereiland, kortweg GERS. Daarbij gaat het om het creëren van ruimte voor allerlei energieoplossingen waarbij rekening wordt gehouden met natuurcompensatie. Ook proberen we waar mogelijk de vergunningverlening te versnellen. Dit gebeurt onder meer via het Versnellingshuis.”

Circulaire economie
Een andere opgave is het realiseren van een circulaire economie. Geen sinecure, want Zuid-Holland is verantwoordelijk voor 30% van het grondstoffengebruik in Nederland. “Het spreekt voor zich dat de haven hier een hoofdrol in speelt. Neem alleen al de chemie; de in de haven gevestigde bedrijven vormen samen het grootste chemiecluster van Europa. Samen staan zij aan de basis van honderden producten, variërend van isolatiematerialen en fietsbanden tot kunststofproducten en allerlei toepassingen in de digitale economie. De haven moet bewegen naar duurzame input en daarvoor moeten de bedrijven innoveren. Aanvullend is het nodig dat we de vraagcreatie voor circulaire producten stimuleren.”

Van belang in dit verband is de Grondstoffen Innovatie Studie die Deltalinqs op verzoek van de provincie ontwikkelt. De studie richt zich op het optimaliseren van interne grondstoffenstromen en het identificeren van hoogwaardige bestemmingen voor reststromen. “Hierdoor krijgen bedrijven niet alleen zicht op de mogelijkheden die er zijn, maar ook op waar de transitiekansen liggen.”

Moedig voorwaarts
Alles overziend dringt Weverling erop aan om de handen ineen te slaan. “We moeten met elkaar de sleutel vinden hoe het sneller kan. De haven heeft alleen maar toekomst als er effectief wordt verduurzaamd. Daarbij is het niet de vraag óf maar hóe we het doen. Dat moet in zo een tempo gebeuren dat iedereen mee kan doen. Dit zorgt er ook voor dat we niet op achterstand komen te staan ten opzichte van de ons omringende EU-landen. Immers, als partijen in ons land duurder uit zijn dan in Duitsland of België, dan is dat slecht voor het investeringsklimaat. Dus haven, moedig voorwaarts, op ons kun je rekenen. Wij zullen er samen met Deltalinqs, het havenbedrijf en de gemeente Rotterdam alles aan doen om het echt interessant te maken om in de verduurzaming te blijven investeren.”