Stroom van wind op zee aantrekkelijk maken
In de toekomst gaan bedrijven meer elektriciteit gebruiken. Deze zal steeds meer van wind op zee komen. De laatste tijd bleek dat er minder interesse is voor de tenders voor wind op zee. Een van de redenen daarvan is dat het lastig is voor de windindustrie om afnamecontracten met bedrijven te sluiten. Ørsted kwam met een plan om windtenders weer aantrekkelijk te maken en vroeg Deltalinqs om hierover in gesprek te gaan tijdens een bijeenkomst op de Deense ambassade.
Een windpark op zee is een gigantische investering, die afhankelijk is van de grootte van het windpark en qua ordegrootte rond een miljard euro ligt. Daarom is het logisch dat de windindustrie zekerheid wil hebben over afname en prijs voor deze groene stroom. Wind op zee maakt echter geen onderdeel uit van de Subsidieregeling Duurzame Energie (SDE++). Daardoor is er geen gegarandeerde prijs. Producenten sluiten Power Purchage Agreements (PPA’s) af met afnemers om zekerheid te creëren. Deze hebben een lange looptijd, vaak van wel 15 jaar.
Veel industriële bedrijven in de Rotterdamse haven willen graag overstappen naar groene stroom en hebben daarvoor al PPA’s afgesloten met producenten. Maar het laaghangend fruit is inmiddels wel geplukt; er zijn weinig bedrijven die nog PPA’s willen afsluiten. Mede hierdoor is er weinig interesse in de windtenders van het Ministerie van Klimaat en Groene Groei.
Windtenders weer aantrekkelijk maken
Om windtenders weer aantrekkelijk te maken, heeft Ørsted een plan geschreven, getiteld Offshore wind at a crossroad. Op 13 mei werd dit plan besproken op de Deense ambassade met een vertegenwoordiging van producenten en afnemers (bedrijven) van windenergie. De kern van het plan bestaat uit drie elementen: introduceer ‘Contracts for Difference’ voor wind op zee, maak de bouw van wind op zee in Noordwest-Europa voorspelbaar en gespreid, en creëer een markt voor duurzame producten. Anne-Marie Spierings, programmadirecteur Economische Transitie bij Deltalinqs, was aanwezig om namens de industrie te reageren. “Het plan is simpel en charmant.” zo vat ze het samen.
Lange termijn afspraken lastig vanwege onzeker investeringsklimaat
“Ten eerste is het verstandig de PPA’s te vervangen door tweezijdige ‘Contracts for Difference (CfD’s)’, een contractvorm waarbij de overheid een minimum prijs garandeert, maar er ook voor de verkoper een maximum prijs geldt waarboven de extra inkomsten terugvloeien naar de overheid. Het is namelijk niet realistisch om alle wind van zee met PPA’s te verkopen, omdat het voor bedrijven lastig is om voor 15 jaar stroom in te kopen. In 15 jaar kan tenslotte veel gebeuren, zoals ook blijkt uit recente bedrijfssluitingen in de Rotterdamse haven. Lang niet alle hoofdkantoren zullen daarom toestemming geven voor dit soort lange termijn contracten. Ørsted vertelde dat België een combinatie van CfD en PPA hanteert. Zo kunnen bedrijven die juist wél lange termijn afspraken willen, alsnog een PPA afsluiten.” aldus Anne-Marie. Ze verwacht dat hier zeker animo voor zal blijven. “Als een bedrijf zeker weet hier te willen blijven, dan geeft een PPA langjarig zekerheid over de elektriciteitsprijs. Een ander voordeel kan zijn dat je hiermee je duurzame ambities voor de lange termijn in de praktijk brengt en kunt communiceren.”
Charmant
Charmant noemt Anne-Marie de voorspelbaarheid en spreiding van de bouw van wind op zee. “Alle landen in Noordwest-Europa hebben klimaatdoelen voor 2030. Daardoor ontstaat er een grote piek in bouwactiviteiten rond dat jaar. Dat maakt dat er materieel, zoals grote schepen, en menskracht te weinig is, waardoor het heel duur wordt. En iedereen is tegelijk dezelfde lessen aan het leren, wat niet efficiënt is. Bovendien is het zonde om te investeren in materieel en menskracht dat in de jaren daarna voor een deel niet meer nodig zal zijn.” Een stabiele en voorspelbare markt blijkt een groot goed, want de verwachting is dat de bouwkosten hierdoor met 15% dalen. Ook de CfD’s zorgen voor 15% kostendaling, doordat lagere marktrentes gerekend worden dankzij de prijsgarantie van de CfD’s. “Dit is goed nieuws voor de industrie in de haven, want hiermee wordt de prijs van groene stroom uit offshore wind 30% lager dan bij voortzetting van de huidige werkwijze.”
Vraag naar groene producten stimuleren
In het plan wordt ook kort gesproken over markten voor duurzame producten. “Dit krijgt het minste aandacht, maar is wat mij betreft een ontzettend belangrijk element,” zegt Anne-Marie. “Bedrijven produceren wat de klanten kopen. Zo lang iedereen grijze producten blijft kopen, gaan bedrijven niet groen produceren. Ik schat in dat slechts 10% van de consumenten uit zichzelf groene producten gaat kopen. Overheidsregels voor groene consumentenproducten zijn onontkoombaar om tot groene groei te komen. Daar heb ik tijdens de bijeenkomst stevig de nadruk op gelegd.” Samenvattend merkt Anne-Marie nog op: “Het mooie is dat Deltalinqs-leden in de hele keten van wind op zee actief zijn; de adviesbureaus, de bouwers, de exploitanten en de afnemers. Dit plan is dan ook goed voor ál onze leden.”