Clusteraanpak Rotterdam-Moerdijk slecht barrières

Clusteraanpak Rotterdam-Moerdijk slecht barrières

De Nederlandse industrie transformeren tot een drijvende kracht achter de nationale energie- en grondstoffentransitie. Niets minder is het doel van het Nationaal Programma Verduurzaming Industrie (NPVI). Kartrekker voor het Rotterdamse havengebied is PROMO, voluit Programmabureau industriecluster Rotterdam-Moerdijk.

“We richten ons in hoofdzaak op het wegnemen van knelpunten die het realiseren van de klimaatdoelen in de weg staan”, geeft clusterregisseur Anne-Marie Spierings aan. Directeur Huibert van Rossum, belast met de dagelijkse gang van zaken: “De eerste resultaten smaken naar meer.”

“Het cluster Rotterdam-Moerdijk speelt een belangrijke rol in de energietransitie”, steekt Huibert van Rossum van wal. “Maar liefst 30 tot 40% van de nationale klimaatdoelstellingen kunnen we hier realiseren.” Anne-Marie Spierings wijst erop dat de meerwaarde verder rijkt. “In de eerste plaats natuurlijk de directe vermindering van de CO2-uitstoot van de hier gevestigde bedrijven. Daarnaast speelt de haven, met name door de productie van biobrandstoffen een rol bij het terugdringen van de emissies die elders plaatsvinden. Op dit gebied is de Rotterdamse haven mondiaal één van de grootste spelers.”

Meerwaarde
Beiden laten weten dat PROMO de afgelopen jaren haar meerwaarde heeft bewezen. Van Rossum: “Neem de diverse roadmaps die we hebben ontwikkeld met tijdlijnen van de projecten van zowel netbeheerders als bedrijven. Hierdoor ontstaat een integraal beeld van de voortgang, de knelpunten en de risico’s. Vervolgens kunnen we deze inzichten gericht adresseren aan alle betrokkenen.”

“Een andere succesvolle activiteit betreft onze inspanningen gericht op het verminderen van de netcongestie”, vult Spierings aan. “Denk aan het aan elkaar koppelen  van bedrijven die stroomcapaciteit over hebben en andere die kampen met een tekort. Daarbij houden we rekening met zowel de kenmerken van de bedrijven als de geografie. Het betreft echt maatwerk.”

Aanloopfase
Spierings verwacht overigens dat het merendeel van de resultaten van de tot dusver verrichte inspanningen vooral de komende jaren zichtbaar worden. “Veel activiteiten zitten nog in de voorbereidingsperiode. Neem de energie die we steken in het verbeteren van de onderlinge samenwerking tussen bedrijven onderling en tussen bedrijven, netbeheerders en Havenbedrijven. Deze inspanningen beginnen nu resultaat op te leveren. Het heeft namelijk best tijd gekost om elkaar te vinden, omdat ieder ‘een andere taal spreekt’ en toch eigen belangen heeft. Onze rol daarin is onder meer het geven van uitleg met andere woorden aan de verschillende gezichtspunten. Met name sinds de tweede helft van 2024 weten we elkaar gelukkig steeds beter te vinden.”

Het wegnemen van ruis tussen hier gevestigde bedrijven en hun hoofdkantoren in andere delen van de wereld is eveneens een uitdaging. “Dit kan helpen om projecten, soms met een investeringsomvang van honderden miljoenen, vlot te trekken. Veel van de internationaal opererende bedrijven hebben weliswaar een corporate brede doelstelling om CO2 te reduceren, maar waar dit gebeurt maakt hen niet veel uit. Juist daarom is het van betekenis dat we de knelpunten in ons cluster opgelost krijgen.”

Samenwerking met departementen
De uitdaging zit ook in het verder verbeteren van de samenwerking met de rijksoverheid. Van Rossum: “Ten aanzien van het Rijk is het lastig dat we te maken hebben met meerdere ministeries die allemaal andere spelregels hanteren. Ook kijkt men vanuit verschillende visies naar de transitie van de industrie. Het ene departement focust vooral op veiligheidsaspecten, het andere op economische belangen enzovoorts. Het is ingewikkeld om dat bij elkaar te krijgen. Snelheid hierin maken, vooral om tot een strakke, eenduidige koers te komen, zie ik als een belangrijke opgave voor dit jaar.” Spierings wijst er in dit verband op dat betere afstemming met de departementen ook relevant is om te profiteren van subsidies. “Er zit onlogica in de volgorde van de stappen die een bedrijf hiervoor moet zetten. Mocht men knelpunten op dit gebied ervaren dan horen we dit graag. Dat helpt ons bovendien om ons verhaal beter richting Rijksoverheid te vertellen.”

Elektrificatie
Het grootste knelpunt speelt momenteel op het gebied van elektrificatie. Spierings: “De reden hiervoor is het overvolle stroomnet. Dit speelt zowel voor de Moerdijkse als de Rotterdamse bedrijvigheid. Op dit gebied zijn inmiddels meerdere technische oplossingen voorhanden, maar veelal zijn deze in de praktijk complex. Daarom is uitbreiding van het elektriciteitsnet dringend noodzakelijk. Hierover zitten we regelmatig met de mensen van TenneT en Stedin om de tafel.” Van Rossum geeft aan dat men met vragen op dit gebied bij PROMO terecht kan. “Er zijn namelijk wel planningen beschikbaar, maar vaak valt hier moeilijk uit op te maken wat dit nu voor een individueel bedrijf betekent. Netbeheerders hebben bovendien de neiging om zich strak te houden aan de formele informatie uit hun investeringsplannen. Wij kunnen daar meer duiding aan geven. Doe dat vooral tijdig, dus niet pas op het moment dat je al helemaal bent vastgelopen.”

Vergunningsperikelen
De directeur wijst erop dat dit laatste ook een rol speelt bij het vergunningenproces. Eerder zijn de Vergunningenloods en het Versnellingshuis opgezet om barrières op het gebied van regelgeving, financiën en vergunningen weg te nemen. “De praktijk leert dat beide initiatieven nuttige vehikels zijn om ervaringen te delen en knelpunten bij de horens te pakken”, aldus Van Rossum. “Vervolgens kunnen we dit aankaarten bij de beleidsmakers en handhavers.” Hij wijst erop dat dit laatste gebeurt in overleg met de vijf andere clusters in het land die door het ministerie zijn ingesteld. “Met hen vindt er regelmatig afstemmingsoverleg plaats. Belangrijk, want veel dingen waar wij tegenaan lopen spelen eveneens elders in het land. We delen daarom veel van onze casuïstiek en ervaringen. Dat is heel verrijkend.”

Vertaalbureau
Volgens Spierings komt in dit laatste de meerwaarde van het cluster goed tot uiting. “Onze kracht zit in het kennen van de mensen die aan de knoppen draaien. Dit gebeurt niet alleen in reguliere overleggen zoals de Energy Board en de stuurgroep NPVI, maar ook via talloze bilateraaltjes.” Van Rossum: “Soms zijn we als PROMO een soort vertaalbureau om alle betrokkenen bij een project op één lijn te krijgen. Wat uiteindelijk iedereen bindt, is het voor elkaar krijgen van leveringszekerheid, het waarborgen van economische weerbaarheid en het halen van de klimaatdoelen. Dat alles moet bij elkaar komen om de klimaataanpak tot een succes te maken.”

Verbindende rol
Daarbij speelt PROMO een onafhankelijke, intermediaire rol tussen partijen. Het programmabureau heeft namelijk geen formeel mandaat. “Dit laatste kan soms schuren”, laat Spierings weten. “Door zaken aan te kaarten en transparant te maken, kun je mensen namelijk uit hun comfortzone halen. Ik zeg weleens dat het mijn rol als boegbeeld van PROMO is om bij iedereen op de tenen te gaan staan, maar nergens zo hard dat ik een relatie verbreek. Ik moet namelijk vrijwel iedere stakeholder wel ergens op aanspreken. Mijn kracht is het vinden van verbinding om iedereen scherp te houden.”

Ga voor meer informatie naar de website van PROMO: www.cluster-promo.nl