Impact e-fuels op haven van Rotterdam

Impact e-fuels op haven van Rotterdam

Hoe kan Rotterdam zijn positie als energiehaven behouden of zelfs versterken bij een transitie naar e-fuels? Dit vraagstuk, gedragen door de partners uit de markt, waaronder Deltalinqs, wordt in opdracht van SmartPort onderzocht door TNO. De eerste conclusies zijn eind oktober gepresenteerd.

Brandstoffen spelen een belangrijke rol in de haven van Rotterdam. Geen wonder dat een transitie naar andere brandstoffen (e-fuels) ongetwijfeld grote impact heeft op de haveneconomie. Maar hoe groot zal die impact zijn en hoe bereid je je daarop voor? Dat wordt onderzocht in het project CHAIN.

Harry van Dijk, projectleider bij Deltalinqs, verduidelijkt: "E-fuels zijn synthetische brandstoffen die zijn geproduceerd met inzet van elektriciteit als grondstof in het productieproces. De duurzame e-fuels zullen naar verwachting met name een rol spelen in de verduurzaming van de luchtvaart, de grote vaart en het zwaar wegtransport." De transitie naar e-fuels is al gaande; zo maakte Shell onlangs bekend samen met Vattenfall plannen te maken voor een fabriek voor duurzame kerosine, die wordt gemaakt van afgevangen CO2, met behulp van emissievrije elektriciteit. Om te achterhalen welke rol e-fuels in de toekomst gaan spelen en scenario’s en een strategie daarop te ontwikkelen, hebben verschillende bedrijven de handen ineengeslagen. Vopak, BP, Shell, Gate Terminal, Nouryon en Havenbedrijf Rotterdam startten het project CHAIN. In opdracht van SmartPort is TNO aan de slag gegaan met dit onderzoek en het vormgeven van de strategie."

SmartPort is een samenwerkingsverband tussen Deltalinqs, Havenbedrijf Rotterdam, gemeente Rotterdam, de Erasmus Universiteit, Technische Universiteit Delft, TNO, Deltares en Marin en is gericht op het versnellen van innovaties in de haven middels het initiëren van wetenschappelijk onderzoek voor het havenbedrijfsleven.

Import
Een van de belangrijkste inzichten van het onderzoek is dat e-fuels grotendeels geïmporteerd moeten worden, naast het opbouwen wellicht van een beperkte strategische productiecapaciteit. In tegenstelling tot de huidige situatie waarin Rotterdam veel ruwe olie importeert en deze deels doorvoert en deels in de raffinaderijen verwerkt tot diverse brandstoffen – die op hun beurt ook grotendeels geëxporteerd worden - kan de e-brandstofproductie niet zonder meer in Nederland plaatsvinden. Nederland heeft namelijk niet genoeg energie uit hernieuwbare bronnen beschikbaar om zoveel e-fuels te produceren en bovendien lijkt Nederland niet de beste economische locatie te zijn voor deze activiteit. Rotterdam kan nog steeds zijn hubfunctie behouden, maar vooral als doorvoerhaven voor bijvoorbeeld waterstof en geïmporteerde e-fuels en veel minder vanuit lokale productie. Daarbij is het van belang om in de gaten te houden waar je de e-fuels vandaan haalt, om geopolitieke onafhankelijkheid te waarborgen.

Flexibiliteit is cruciaal
Een andere conclusie is dat flexibiliteit in de strategie cruciaal is. Dat komt doordat er steeds een drietal varianten zijn in de transitiescenario’s en het aandeel e-fuels in de mix van duurzame brandstoffen sterk zal verschillen per scenario. Kies je bijvoorbeeld een koploperspositie, dan zal je onmiddellijk moeten beginnen met productie en import van e-fuels. Kies je een afwachtende houding, dan zullen eerst biobrandstoffen belangrijker zijn. Daarbij lijkt het verstandig om nu al positie te kiezen voor de toekomstige rol van e-fuels.

Duurzaam transport
E-fuels zijn vooral interessant voor de logistieke sector, vindt Van Dijk. "Transportbedrijven kunnen er hun lange-afstandwegtransport mee verduurzamen. En e-methanol kan ook een prima brandstof voor schepen zijn. De ontwikkeling is zeker ook van belang voor Rotterdamse tankopslagbedrijven, omdat de brandstofmix anders zal gaan worden dan we gewend waren (denk bijvoorbeeld aan een grote rol voor methanol en ammoniak). Ook zul je bijvoorbeeld e-kerosine apart moeten opslaan van traditionele kerosine. Mogelijk kunnen deze opslagbedrijven er hun eigen energievoorziening mee verduurzamen."

Interesse in e-fuels?
Bedrijven met interesse voor e-fuels kunnen contact opnemen met Harry van Dijk via vandijk@deltalinqs.nl.