Tijd voor een Deltaplan Elektrificatie

Tijd voor een Deltaplan Elektrificatie

Met vijf ‘Letters Of Cooperation’ (LOC’s) hebben verschillende leden en partners van het Deltalinqs Climate Program afgesproken om in 2020 te werken aan de nieuwe energiemix & infrastructuur, alternatieve brandstoffen & energiedragers en een circulaire haven & industrie.

Allemaal met als doel een succesvolle energie- en grondstoffentransitie te realiseren. Elke LOC heeft ambassadeurs. Willemien Terpstra (LyondellBasell) en Jos van Winsen (Shell) zijn beiden ambassadeur van LOC 3: Elektrificatie van de industrie. Wat speelt hier en hoe zien zij hun rol hierin?

Waarom zijn jullie ambassadeur van deze LOC geworden?
Willemien: "In mijn sector, de chemie, zie ik elektrificatie als dé manier om op de kortere termijn CO2 te reduceren in het productieproces. Chemie zal een belangrijke rol vervullen in de transitie en heeft verschillende opties, variërend van lagere CO2 type grondstoffen, via biomassa en/of het mechanisch en moleculair recyclen van producten, naast de CO2 die het verder in de keten bespaart. Echter, elektrificatie biedt op korte termijn de meeste kansen. Dat idee wil ik graag een stap verder brengen."
Jos: "In de raffinage moeten we de verschuiving van energie-efficiency naar CO2-efficiency nog maken. Aan die verschuiving in denken en cultuur wil ik graag bijdragen."

Wat is het belangrijkste doel van deze LOC?
Jos: "Het stimuleren van industriële elektrificatie: de technologische uitdaging hiervan is inmiddels nog maar beperkt, de energietransitie is vooral een economisch- en beleidsprobleem. Daaraan moeten we dus voldoende aandacht geven. Het moet rendabel worden en we hebben de juiste voorwaarden nodig om van industriële elektrificatie een succes te maken. De huidige stimulerings- en subsidieregelingen kunnen beter en daaraan willen we werken."
Willemien: "Een voorbeeld hiervan is dat er nu geen subsidie is voor het overstappen op vollast elektrische industriële boilers. De reden daarvan is een verondersteld gebrek aan groene elektriciteit. Wij vinden dat een gemiste kans, want het doel is immers dat we minder CO2 gaan uitstoten en daarbij wil je dat er nú geïnvesteerd wordt. Daarom is het verstandig te accepteren dat de eerste jaren een deel van die gevraagde elektriciteit misschien nog wel grijs wordt opgewekt. Maar het einddoel is duidelijk: grote hoeveelheden hernieuwbare elektriciteit, die in de industrie kan worden ingezet om fossiele brandstoffen te vervangen."

Wat vind je zelf belangrijk?
Jos: "Dat we hier in Rotterdam voorop kunnen lopen. Naar mijn mening kan de Rotterdamse haven een belangrijke rol spelen in de energietransitie doordat je hier elektrificatie op heel grote schaal kunt toepassen. Daarmee creëer je ruimte om dat in het achterland, bij de mensen thuis, wat langzamer te doen. Het is nu eenmaal lastiger om met een paar miljoen huishoudens te onderhandelen over gasvrij wonen, dan met enkele tientallen grote bedrijven in de haven te praten over elektrificatie van hun installaties. Bovendien hoef je dan in de komende jaren ook veel minder infrastructuur aan te leggen."
Willemien: "Als chemische industrie hebben we naast elektrificatie vrijwel geen andere beschikbare opties voor CO2-reductie binnen de productielocaties. Zonder elektrificatie is veel CO2-uitstoot onvermijdbaar. Ik wil eraan werken dat de businesscase van elektrificatie aantrekkelijker wordt."
Jos: "Met de elektrische auto hebben we dat in Nederland toch ook gedaan? Daarvan werd gewoon gezegd: oké, deze auto stoot geen CO2 uit, dus krijg je belastingvoordeel. Ongeacht of je hem oplaadt met grijze of met groene elektriciteit."

Wat zijn voor jullie de belangrijkste uitdagingen?
Willemien: "We kunnen de economie weer aanjagen met investeringen en we willen CO2 reduceren. Deze twee doelstellingen kunnen samengaan. We moeten samen met de overheid een oplossing vinden om rendabel te kunnen investeren in CO2-reductie. De industrie heeft armslag nodig om de benodigde investeringen te doen. We moeten samen op zoek gaan naar wat dat mogelijk kan maken. Daarnaast maakt de Coronacrisis de zaken bepaald niet eenvoudiger. Investeringen worden uitgesteld en het economisch klimaat is ongunstig. Dat maakt een oplossing in samenspraak met de overheid des te urgenter."
Jos: "De Coronacrisis veroorzaakt een grote recessie. Het moet eerst een beetje normaliseren voor er weer vol geïnvesteerd zal worden. En inderdaad is beter overleg met de overheid heel belangrijk. Er is veel goede wil, zowel bij de bedrijven als bij de overheid. Maar we begrijpen elkaar soms niet goed genoeg en dat leidt tot onevenwichtige besluitvorming. Ik heb er alle begrip voor dat je voor het stimuleren van verduurzaming zowel een wortel voor moet houden (subsidies) als een stok moet hebben om mee te slaan (heffingen). Maar daarin moet een goede balans zijn, zeker als het gaat om industrieën die op een exportmarkt werken en de belastingen en heffingen niet aan hun klanten kunnen doorberekenen."

Heb je het idee dat er voldoende voortgang wordt geboekt?
Jos: "Nee. Er worden echt wel meters gemaakt, maar er moet veel meer gebeuren. Als je als land echt visionair wilt zijn, bouw je de hele Noordzee vol met gigawatts aan windparken. Nederland heeft geen mediterrane hoeveelheden zon, maar we hebben wel de Noordzee en we hebben de haven van Rotterdam als eerste aanlandingspunt en grootverbruiker. Volgens mij is het tijd voor een Deltaplan wind-op-zee."
Willemien: "Het gaat inderdaad niet snel genoeg. Industriële elektrificatie verdient meer ondersteuning, zeker ook omdat meer vraag naar elektriciteit vanuit de industrie, de productie van meer groene elektriciteit zal stimuleren."