Reactie Havenbedrijf Rotterdam en Deltalinqs op collegebesluit oeververbinding Kralingen (De Esch) en Feijenoord

Reactie Havenbedrijf Rotterdam en Deltalinqs op collegebesluit oeververbinding Kralingen (De Esch) en Feijenoord

Op 12 oktober hebben het Havenbedrijf Rotterdam N.V. (HbR) en Deltalinqs in een gezamenlijke brief gereageerd op de voorkeursvariant van de gemeente Rotterdam voor de realisatie van een nieuwe brug tussen de stadsdelen Kralingen (De Esch) en Feijenoord. Het HbR en Deltalinqs begrijpen de afwegingen die het college heeft gemaakt om tot haar keuze te komen.

Een nieuwe oeververbinding binnen de ring van Rotterdam zal naar verwachting een forse bijdrage gaan leveren aan de mogelijkheid om tienduizenden nieuwe woningen te realiseren in de stad Rotterdam en de bereikbaarheid aanzienlijk vergroten. Deze ambitie en kwaliteitsimpuls worden van harte ondersteund door het HbR en Deltalinqs. Een aantrekkelijke stad met goed en betaalbaar wonen en een optimale bereikbaarheid, is immers positief voor de mainport en haar ondernemers.  

Er zijn verschillende varianten mogelijk om een oeververbinding te realiseren. Het Rotterdamse college ziet op dit moment een brugverbinding als het meest realistisch. Deze variant geeft echter naar verwachting forse fysieke en inpassingsuitdagingen om een veilige en vlotte doorvaart te garanderen. De uitvoering van de brugvariant zal daarom bepalend worden, want aan een veilige doorvaart zal nimmer getornd mogen worden.  

Het Rotterdamse haven- en industriegebied is de belangrijkste op- en overslag én doorvoerhaven van Noordwest-Europa met een cruciaal bedrijvencomplex van de Europese maakindustrie. De transportwegen vanuit zee via Rotterdam naar het Europese achterland en vice versa zijn het ‘unique selling point’ van de mainport Rotterdam en haar ondernemingen. Daarbij is het transport via deze binnenvaartverbinding de meest duurzame en efficiënte modaliteit; dit transport bevordert de duurzaamheidsdoelstellingen. Onze sterke concurrentiepositie, die zowel verankerd is in de akte van Mannheim als in het Europese corridorbeleid, mag niet worden geschaad door de uitvoering van de brugvariant; een afwaardering van de vaarweg naar het achterland is zowel voor het HbR als voor Deltalinqs onaanvaardbaar.

Concluderend is een brug op deze locatie alleen een realistische optie wanneer er geen brugpijlers in de Nieuwe Maas worden geplaatst en ter hoogte van de huidige Esch een beweegbaar gedeelte van een brug komt. Alleen dan blijft de doorvaart op het noodzakelijke veiligheidsniveau én blijft de sterke concurrentiepositie naar het achterland behouden.  

Deltalinqs en HbR ondersteunen aldus de ambities voor de nieuwe oeververbinding en hebben bij het Rotterdamse college aangegeven graag als constructieve, realistische en pragmatische partners participant te zijn bij verdere dialoog en besluitvorming.