7e Deltalinqs CEO-overleg

7e Deltalinqs CEO-overleg

Het 7e Deltalinqs CEO-overleg op 3 juli was wederom een zeer geslaagde bijeenkomst, die we met dank aan Facilicom konden houden op de bovenste verdieping van hun kantoor met groots uitzicht over het gehele Rijnmondgebied.

Met de deelnemers is ditmaal gesproken over het onderwerp ‘Ethisch zakendoen in de mainport Rotterdam’. Het was een aansprekend thema, waar zowel de sprekers als deelnemers hun persoonlijke kennis en ervaringen in een open en vertrouwelijke setting met elkaar hebben kunnen delen.

De middag werd ingeleid door gastheer Hans Gennissen, de bestuursvoorzitter van Facilicom Group en Inge Wetzer, als sociaal psycholoog werkzaam bij Hoffmann, een onderdeel van Facilicom gespecialiseerd in bedrijfsrecherche, riskmanagement en cybersecurity. Zij gaf in haar presentatie ‘Voorbij Awareness, de stap naar integer gedrag’ aan dat het bij integer gedrag niet alleen om bewustwording gaat, maar om een combinatie van motivatie, capaciteit en gelegenheid. Factoren die je zowel op het niveau van de mens, de organisatie als met techniek kan beïnvloeden.

Allard Castelein, president-directeur Havenbedrijf Rotterdam, ging in zijn verhaal ‘Vol in de schijnwerpers opereren op het scheidsvlak van het publieke en private’ hier verder op door. Hij nam een duidelijk standpunt in door te stellen dat integriteit, gelijk aan veiligheid, essentieel is voor de economische aantrekkelijkheid van onze regio. Normen van integer gedrag dienen door onze bedrijven geborgd te zijn in zowel het bewustzijn als het gedrag van haar werknemers.

Als laatste spreker sprak Pieter van Oord, CEO bij Van Oord, over zakendoen in het buitenland. Hij gaf aan het belang van integriteit binnen zijn internationaal opererende organisatie telkens weer te benoemen en bij elke gelegenheid weer te zoeken naar een gemeenschappelijke aanpak. Het omgaan met het dilemma van de koopman en dominee zit diep in onze Nederlandse cultuur gebakken. Nederland heeft als handelsnatie leren schipperen tussen de flexibiliteit van de internationaal opererende koopman en de meer starre ethiek van de vaak lokale dominee. Het belang van een open ‘high trust culture’, zoals dat nog steeds gewoon is bij veel familiebedrijven, kwam daarin ook aan bod.

In de daarop volgende forumdiscussie werd besproken hoe de omgang met ethische dilemma’s in Nederland door de tijd is veranderd en ook hoe verschillend er in het buitenland nog naar gekeken wordt. Dit vraagt bruikbare normen en ook een mate van flexibiliteit. Het onderwerp van het CEO-overleg bleek, zoals te verwachten was, meer dan één discussie waard. Geconcludeerd werd daarom om met elkaar het gesprek hierover te blijven voeren.